Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994

 

Artikel 24a
1
Voor een bestelauto die is ingericht en wordt gebruikt voor het vervoer van een gehandicapte persoon in de cabine en voor het gelijktijdige vervoer van een niet-opvouwbare rolstoel ten behoeve van die persoon, bedraagt, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen, de belasting op verzoek:
bij een eigen massa in kilogrammen van
over een tijdvak van drie maanden
vermeerderd met
per 100 kg eigen massa boven
500 of minder
€ 9,02
600 tot en met 1000
€ 15,44
€ 4,51
600 kg
1100 tot en met 2000
€ 38,07
€ 4,84
1 100 kg
2100 tot en met 2700
€ 86,87
€ 5,22
2 100 kg
2800 en meer
€ 121,39
€ 1,21
2 800 kg
2
Het eerste lid is eveneens van toepassing, indien de laadruimte van de bestelauto, in afwijking van artikel 3, eerste lid, ten gevolge van aanpassing van de bestelauto in verband met de handicap van de in het eerste lid bedoelde persoon, niet langer van de bestuurdersplaats onderscheidenlijk de cabine is afgescheiden of niet in haar geheel is voorzien van een vlakke laadvloer.
3
Indien de belasting voor een bestelauto wordt geheven van een ander dan de gehandicapte, is het eerste lid slechts van toepassing indien het verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt gedaan door die ander en de gehandicapte gezamenlijk.
4
Bij een verandering, anders dan aan de bestelauto, waardoor de belasting voor een bestelauto hoger of lager wordt, wordt een aanvullende aangifte gedaan. De constatering van het feit dat voor een bestelauto de aanvullende aangifte niet is gedaan, wordt gelijkgesteld met een dergelijke aangifte. De aanvullende aangifte geldt voor de tijdvakken die aanvangen na het lopende tijdvak.
5
In geval de belasting uitsluitend hoger wordt ten gevolge van het overlijden van de gehandicapte, geldt in afwijking van het vierde lid de aanvullende aangifte voor de tijdvakken die aanvangen na het vierde tijdvak volgend op het lopende tijdvak, indien:
a
het kenteken op naam wordt gesteld van een inwonend gezinslid van het gezin waartoe de gehandicapte behoorde en op naam blijft staan van deze persoon, dan wel, indien de gehandicapte niet de houder was, het kenteken op naam blijft staan van de in het derde lid bedoelde andere persoon; en
b
de bestelauto uitsluitend gebruikt blijft worden voor het persoonlijk gebruik van degene op wiens naam het kenteken is gesteld, gebruik door inwonende gezinsleden daaronder begrepen.
6
Bij constatering van het feit dat voor een motorrijtuig geen aanvullende aangifte is gedaan in verband met een verandering, anders dan aan het motorrijtuig, waardoor de belasting hoger wordt, kan ter zake van die verandering te weinig geheven belasting worden nageheven. Artikel 33, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
7
De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
8
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN BA8930, Eerste aanleg - enkelvoudig, 06/11069
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    25-06-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Haarlem
    Motorrijtuigenbelasting. Niet aannemelijk is geworden dat het motorrijtuig van meet af aan was voorzien van een met vloerbedekking afgedekte linkerzijruit. Naheffingsaanslag terecht op grond van artikel 33, eerste lid, Wet MRB opgelegd. Boete in bezwaar gemachtigd tot 50 procent in verband met onbekendheid van eiser met de inrichtingseisen...
  • LJN BH7005, Eerste aanleg - enkelvoudig, AWB 08/895 MRB
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    18-12-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank 's-Gravenhage
    Motorrijtuigenbelasting. Auto voldeed niet aan de eisen voor een bestelauto als bedoel in art. 3 van de MRB; naheffingsaanslag terecht opgelegd. Eiser heeft geen vertrouwen mogen ontlenen aan de indeling in het kentekenregister van de RDW. De verzuimboete van 100% (relatief) en € 1348 (absoluut) vindt...
  • LJN AZ1071, Eerste aanleg - enkelvoudig, 06/556
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    05-07-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Arnhem
    Eiseres is sinds 1986 in het bezit van een auto. Deze auto viel in de categorie bestelauto’s, waardoor deze een grijs kenteken had met een bijbehorend laag tarief voor de MRB. In geschil of eiseres op grond van de diverse overgangsregelingen bij eerdere wetswijzigingen die dateren van voor 2005 nog steeds recht heeft op het lagere bestelautotarief...
  • LJN BB8118, Hoger beroep, 06/00314
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    24-10-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Motorrijtuigenbelasting. Overgangsregeling niet van toepassing zodat geen aanspraak bestaat op het verlaagde bestelautotarief.
  • LJN BJ6154, Hoger beroep, BK-08/00249
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    25-08-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    Motorrijtuigenbelasting. Met de rechtbank is het Hof van oordeel dat uit de aard van een aangiftebelasting volgt dat de houder van het motorrijtuig in beginsel zelf verantwoordelijk is dat de materieel verschuldigde belasting op het juiste bedrag wordt vastgesteld.
  •